Afsprakenstelsel Koppeltaal gaat een volgende fase in. Had VZVZ (Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie) voorheen operationele verantwoordelijkheid en lag het intellectueel eigendom bij de Stichting Koppeltaal, vanaf 2022 gaat de dienstverlening volledig over naar VZVZ. In drie interviews kijken we naar verleden, heden en toekomst van Koppeltaal en de rollen die het bestuur van de stichting, VZVZ en de nieuwe Eigenaarsraad van Koppeltaal hebben gespeeld of gaan spelen. In dit interview vertelt Martin de Heer, scheidend voorzitter bestuur van Stichting Koppeltaal, over hoe de uitdagingen in het aanbieden van digitale toepassingen uiteindelijk tot Koppeltaal hebben geleid.
Het was een spannend avontuur, maar ik neem op een goed moment afscheid.
eHealth en digitalisering zijn cruciaal voor de toekomst van de gezondheidszorg. Mentaal Beter wilde een ‘best of breed’-strategie voor de digitale component van blended care voor cliënten, vertelt Martin de Heer, CEO bij Mentalcare Group en bestuurder bij GGZ-zorgaanbieder Mentaal Beter. “Dat betekent in de praktijk dat je toepassingen van meerdere eHealth-aanbieders gaat hanteren, afhankelijk van het soort behandeling en soort cliënt. En dat betekent dat je moet werken met koppelingen.”
Point-to-point
De Heer komt nog uit de tijd van point-to-point oplossingen die vertragend werkten en eindeloos veel geld kostten in onderhoud en doorontwikkeling. “Daar wilde niet alleen ik vanaf, maar veel collega’s. Dat leidde tot de wens voor een platform dat voor eenvoudige koppelvlakken kon zorgen tussen eHealth-toepassingen onderling, met informatiesystemen en later ook met PGO’s.”
Vanaf het begin staat de eindgebruiker centraal. Die moet je in een blended care-aanpak de digitale tools kunnen bieden die voor hem of haar het beste werken, of het beste passen. Die cliënt moet niet afhankelijk zijn van wat je als zorgaanbieder toevallig op de plank hebt liggen.
Dat was ook het uitgangspunt van de ‘best-of-breed’-strategie van Mentaal Beter. Een behandelaar en een patiënt of cliënt moeten keuzemogelijkheden hebben. De een is nou eenmaal meer beeldend ingesteld, de ander meer tekstueel, weer een ander wil vooral veel oefeningen hebben. Zo kun je personalised medicine veel beter inrichten.
Zorgaanbieders Online
In eerste instantie leidde deze wens rond 2013 tot de ontwikkeling van het platform Zorgaanbieders Online, een initiatief van onder meer Mentaal Beter, Parnassia, Altrecht en Antis, in samenwerking met VitalHealth (toen nog geen onderdeel van Philips). Het platform moest dienen als een soort rails waarover allerlei eHealth-toepassingen als wagonnetjes gebruik van konden maken. Het platform had onder meer een generieke connectiviteitslaag en een interface-laag die elke organisatie apart kon inrichten.
“Het was nog best een complex platform in gebruik. Rond 2015 zijn we gaan praten met Joep de Groot van CZ om te kijken of we Zorgaanbieders Online wat universeler konden maken. De Groot nam het initiatief toen over, met als insteek een universeel platform los van Zorgaanbieders Online en van willekeurig welke leverancier.
Samen met Sergej van Middendorp als architect stond De Groot zo aan de basis van wat Koppeltaal zou worden, met als fundament de connectiviteitslaag van Zorgaanbieders Online. Maar waar dat een uitgewerkt platform was om direct te gebruiken, was Koppeltaal veel meer een afsprakenstelsel voor eenduidige koppelvlakken.
Samenbrengen
Daarbij was het volgens De Heer de verdienste van Van Middendorp om alle relevante eHealth-aanbieders bij elkaar om tafel te brengen. Zij moesten namelijk allemaal hun systemen aanpassen richting het beoogde koppelstelsel, dat zou gaan werken op basis van de HL7 FHIR-standaarden. Met een vrij beperkte groep is toen de opzet gemaakt die in 2016 leidde tot versie 1.0 van Koppeltaal.
“Mentaal Beter was destijds al een strategie aan het uitwerken om de klantreis zo goed mogelijk digitaal te ondersteunen waar dat een verbetering oplevert, vanaf verwijzing tot nazorg. Dat vergt allerlei digitale onderdelen, zoals vragenlijsten, zelfhulp- en behandelmodules, directe interactie met je cliënt, berichtenverkeer. Dan ben je afhankelijk van meerdere leveranciers en – als je alles gestroomlijnd met elkaar wil laten werken en uitwisselen – gestandaardiseerde koppelvlakken.”
Gefragmenteerd land
Dat was voor De Heer reden om in het kersverse bestuur van Stichting Koppeltaal plaats te nemen en zo het initiatief voor Mentaal Beter maar ook de GGZ als geheel mede te kunnen sturen.
“Nederland loopt internationaal voorop als het gaat om gezondheidszorg. Maar als het gaat om digitale systemen, dan zijn we een zeer gefragmenteerd land. Elke leverancier heeft zijn eigen infrastructuur, een eigen silootje. Met Koppeltaal zag ik een kans om een einde te maken aan die situatie .”
Het unieke aan het Koppeltaal-initiatief was daarbij vanaf het begin de samenwerking tussen de ICT-community, zorgaanbieders en cliëntenvertegenwoordigers. “Alle partijen stegen boven hun eigen belang uit en zagen het belang van de gezamenlijke toekomst van destijds alleen nog de GGZ.”
Zo zou het gebruik van eHealth echt een vlucht kunnen nemen, was de gedachte. Niet als doel, maar als middel om die toekomst met betere zorg en minder wachtlijsten te realiseren, met een focus op het gemak van de eindgebruiker en het breken van vendor lock-in (een situatie waarin de klant voor een bepaald product of dienst niet kan overstappen naar een andere leverancier zonder hiervoor hoge kosten te moeten maken).
Van theorie naar praktijk
Natuurlijk moet een versie 1.0 van Koppeltaal ook in de praktijk getest worden. En, zoals De Heer opmerkt: als voorloper krijg je ook te maken met alle kinderziekten. “Dat heeft een prijs, het kost je motivatie bij de gebruikers. Mensen bij ons waren echt wel trots op het kunnen aanbieden en gebruiken van apps en andere toepassingen. Maar als de browser het dan niet doet, of gegevens worden niet overgedragen, frustreert dat enorm.”
Ook was het in het begin nog een behoorlijk gepuzzel om te achterhalen waar problemen zaten; was dat bij de eHealth-aanbieder, bij de zorgaanbieder, bij Koppeltaal zelf?
“Nu is het allemaal veel duidelijker en strakker geprotocolleerd. Er zijn veel minder storingen en waar dat wel het geval is, ligt dat meestal niet bij Koppeltaal.”
Op dat vlak heeft het afsprakenstelsel ook veel te danken aan VZVZ als beheerder, vertelt De Heer. “Zij hebben strakheid, discipline, beveiligingssystematiek en protocollen ingebracht. Dat botste in het begin nog wel eens met de meer agile ingestelde leveranciers die vooral vrijheid wilden om hun ding te doen.”
Boeiende dynamiek
Het leverde ook een boeiende dynamiek op tijdens bestuursvergaderingen: pioniers die vooruit willen versus een organisatie die zegt ‘maar dan wel gestandaardiseerd, goed geborgd en beveiligd’.
“Dat zijn tegengestelde krachten die je uiteindelijk allebei nodig hebt. Adriaan Blankenstein, bestuurder van VZVZ, heeft daar een verbindende rol in vervuld. Hij keek verder dan alleen de rol van VZVZ en probeerde een brug te slaan. Zo konden we die tegenstellingen uiteindelijk met elkaar in balans brengen. Dat heeft er ook voor gezorgd dat de ICT-community betrokken bleef bij de ontwikkeling van Koppeltaal 2.0, iets waar men in moest investeren zonder dat de voordelen op voorhand duidelijk waren.”
Nieuwe fase
Nu Koppeltaal volledig overgaat naar VZVZ, begint er een nieuwe fase waarin het stichtingsbestuur verdwijnt en een Eigenaarsraad met daarin ICT-leveranciers, zorgaanbieders en cliëntenvertegenwoordigers deze rol deels overneemt. De Heer draagt het stokje nu over aan Rogier van der Hooft (zie ook het interview met Rogier van der Hooft), voorzitter van de Eigenaarsraad vanaf 1 januari 2022.
Ik ben vanaf de start van Koppeltaal betrokken geweest. Dit is voor mij een goed moment om afscheid te nemen van deze ontwikkeling. We worden nu in het buitenland ook als voorbeeld gezien op het gebied van digitalisering en daar ben ik trots op.
"Ik blijf natuurlijk nauw betrokken bij de digitale ontwikkelingen in de zorg en ik verwacht dat Koppeltaal straks voor segmenten zoals huisartsenzorg en medisch-specialistische zorg dezelfde rol kan gaan vervullen als nu in de GGZ. Ook zorgverzekeraars zien dit. CZ en Zilveren Kruis hebben ons initiatief vanaf het begin gesteund en inmiddels zijn ook de andere zorgverzekeraars aangehaakt. Hun steun was en is cruciaal. Het toont eens te meer aan dat wat wij gebouwd hebben, relevant is als bredere standaard in meer dan alleen de GGZ.”